Het einde van het jaar nadert met rasse schreden. Voor velen tijd om een blik terug te werpen op wat geweest is. Ik ben daar in ieder geval wel gevoelig voor. Als ik nu terugblik dan speelt corona daarbij een grote rol.
In februari 2020 maakte ik met mijn zoon onze eerste (en tot nu toe enige) podcast. We hadden het toen onder andere over de ontwikkelingen bij Wie is de Mol, het nieuwste album van Eminem én hoe Covid-19 toesloeg in het Chinese Wuhan. Wij verbaasden ons over de laconieke houding van de rest van de wereld. Alsof zo’n virus onze kan niet kon opkomen.
LOCKDOWN
Ondertussen reisde ik voor mijn werk door heel Nederland. Nieuwsjunk als ik ben volgde ik de ontwikkelingen op de voet. Een collega waarmee ik veel op pad was deelde mijn zorgen. Hij had zelfs al mondkapjes en desinfecterende gel gekocht, voor het geval het straks uitverkocht zou zijn. Op 27 februari keek ik op mijn hotelkamer naar de NOS uitzending waarin minister Bruins live het briefje overhandigd kreeg waarop stond dat Nederland haar eerste covid-19 patiëntin isolatie had geplaatst. Ik was toen in Tilburg. Had diezelfde dag nog op een paar honderd meter afstand van het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis gewerkt.
De maanden tussen het oplaaien van het virus in China en de eerste patiënt in Nederland had ik vooral veel in Limburg en Brabant gewerkt. Zelf gevrijwaard blijven het virus leek me nog een hele opgave. Toch maakte ik me meer zorgen over mijn financiën dan over mijn gezondheid. Zou er een lockdown komen dan lag je er als Fase A uitzendkracht natuurlijk als eerste uit. De loondoorbetalingsregeling NOW was vooral goed voor mensen met een vast dienstverband. Als uitzendkracht had je maximaal drie maanden WW. Hoe blijf je je hypotheek betalen in een tijd waarin een wereldwijde gezondheidscrisis zich aandient die massawerkloosheid tot gevolg heeft?
13 maart was het zover. Een lockdown werd afgekondigd. Van het ene op het andere moment zat ik thuis. Gelukkig sprak mijn werkgever uit mij na de lockdown weer aan het werk te willen hebben. Daardoor kreeg ik toch een uitkering volgens de NOW regeling. Dat was een pak van mijn hart.
AFSTUDEERPRODUCTIE
Na de eerste lockdown heb ik inderdaad weer een paar maanden kriskras door Nederland gereden om bij grote zakelijke contractanten de tv’s van het analoge naar het digitale signaal om te zetten. De sfeer was enorm veranderd. Waar we eerst overal hartelijk welkom waren was het nu moeilijk binnen te komen en ons werk te doen. Ook was er veel minder werk. Zo’n tweederde van mijn oude collega’s besloten niet weer terug te komen. Met een klein kernteam werden de werkzaamheden weer opgestart.
Ondertussen deed ik ook nog mijn opleiding journalistiek die ik in 2018 weer opgepakt had. Juist rond deze tijd zou ik mijn opleiding met het maken van een afstudeerproductie afronden. Het moest een podcast worden. Plan was het land rond te rijden en mensen te interviewen. Twee interviews kon ik nog live op lokatie maken. Daarna moest ik teruggrijpen op het telefonische interview. Een noodgreep. Onder het motto beter iets dan niets. Afstuderen op het hoogtepunt van de coronacrisis heeft iets onwerkelijks. Op 27 augustus 2020 studeerde ik af.
Nadat de eerste lockdown ervoor gezorgd had dat het aantal besmettingen enorm was teruggedrongen zagen we langzaamaan het aantal positieve tests weer toenemen. Waarmee bij mij ook de onrust toenam. Met mijn werk zaten we in een kwetsbare opstartfase. Of ik bij een tweede lockdown weer doorbetaald zou worden durfde ik te betwijfelen. Wat zou een baan zijn die coronaproof is? Ik kwam uit op bron- en contactonderzoeker. Werk wat me bovendien ook erg interessant en dankbaar leek te zijn. Wat is er nou mooier dan een substantiële bijdrage te leveren in het bestrijden van de coronacrisis?
RAZENDSNEL OPGESCHAALD
Op 22 augustus 2020 begon ik als bron- en contactonderzoeker. Met 19 andere nieuwe BCO’ers betrokken we het pand waar in Zwolle vroeger Zilveren Kruis zat. Het kantoormeubilair was er. De koffieautomaten moesten nog geregeld worden. Dus redden we ons in eerste instantie met een Senseo apparaat die de manager van huis had meegenomen. Het was overduidelijk pionieren.
We kregen een degelijke opleiding van GGD Artsen uit Brabant. Moesten echter al snel volop aan de bak omdat de besmettingscijfers fors aan het oplopen waren en het bron- en contactonderzoek razendsnel werd opgeschaald. De organisatie waar ik voor werkte groeide binnen drie maanden naar 800 medewerkers!
Wat mij het meest demotiveerde was dat de overheid het bron- en contactonderzoek niet gebruikte op de manier waarop zou moeten. In Duitsland richtte men zich op het aantal besmettingen zo laag mogelijk houden. Zelfs als nul niet haalbaar was moest door degelijk bron- en contactonderzoek het aantal besmettingen daar zo laag mogelijk worden gehouden. In Nederland daarentegen stuurde men op aantal IC opnamen. Alles gericht op het voorkomen van een zorginfarct. Het rondwaren van het virus werd minder erg gevonden, waardoor het bron- en contactonderzoek niet het gewicht kreeg dat het zou moeten krijgen.
TRAINER
Toch had ik die zeven maanden voor geen goud willen missen. Ik kreeg namelijk de kans om mijn talenten optimaal te benutten. Drie weken nadat ik opgeleid was tot BCO’er werd er uit de eerste groep (wij noemden ons zelf de pioniers) een aantal coaches geworven. Nadat de nieuwe instroom een tweedaagse training had gekregen moesten ze in groepen van zo’n 20 tot 40 man drie dagen training on the job krijgen. Een training die begeleid werd door een aantal coaches. Ik werd één van die coaches.
Weer een aantal weken later werd ik gevraagd trainer te worden. Voor nieuwe BCO’ers hun training on the job kregen doorliepen ze een tweedaagse training. In eerste instantie één dag online en één dag op kantoor. Later volledig online en op afstand. Al met al heb ik het voorrecht gehad enkele honderden nieuwe BCO’ers op die manier een tweedaagse online training te geven.
Naarmate het aantal besmettingen weer afnam bekroop mij het idee dat dit BCO werk geen lang leven meer beschoren kon zijn. Ik besloot weer eens vacatures te gaan kijken en kwam de vacature voor mijn huidige baan tegen; klantenservicemedewerker bij het Kadaster. Doordat een ex collega en twittercontact een goed woordje voor me deed werd ik daar aangenomen. 22 februari 2021 was mijn eerste werkdag.
KEER OP KEER AFGEWEZEN
Inmiddels zijn we alweer 8 maanden verder. Het werk bevalt me prima. Wel is het een gekke tijd om bij een organisatie als het Kadaster te werken. We hebben immers niet alleen een coronacrisis maar ook een wooncrisis. Zal het tijdens deze wooncrisis langere tijd druk genoeg blijven? Of loopt de woningmarkt zo vast dat ook het werk bij de klantenserviceafdeling van het Kadaster stukken minder gaat worden?
Had ik ondertussen niet liever in de journalistiek gewerkt? Ik heb immers niet voor niets alsnog die opleiding afgerond. Eerlijk gezegd alleen met de ideale baan. Waarbij ik in loondienst bijvoorbeeld onderzoeksjournalistiek werk zou kunnen doen. Ja, ik heb regelmatig op vacatures gereageerd maar werd keer op keer afgewezen. Niet zo gek ook natuurlijk. Ze zien me al aankomen met mijn 52 jaar. Freelancen dan? Nee, daar ben ik niet voor in de wieg gelegd. Dat is me te onzeker. Dat vergt teveel gedoe zoals het vinden van potentiële opdrachtgevers en het pitchen van onderwerpen. Ik heb dat simpelweg niet in me.
Waar ik me gedurende deze coronacrisis nog het meest over verbaas is dat we niet veel eensgezinder de crisis bestrijden. Dat er vooral uit extremistische en rechts-extreme hoek veel tegengas gegeven wordt. Dat verstandige goed opgeleide mensen ineens anti-vaxxer zijn. Niet meer openstaan voor feiten. Voor degelijke, wetenschappelijke informatie. Daarentegen wel de meest bizarre complottheorieën en fake news rondpompen op social media. Dat de sfeer enorm verhardt. Men lijkt niet meer naar elkaar te luisteren en de toon lijkt steeds agressiever en extremer te moeten worden. Er zou met de invoering sprake zijn van medische apartheid, van een tweedeling in de maatschappij en van een dictatuur. Volgens sommige tegenstanders van de coronamaatregelen is het vaccin te snel ontwikkeld en is het nu echt oorlog. De opruiende en onverzoenlijke woorden zijn ronduit verontrustend.
VEEL MINDER VATBAAR
Het erge is ook dat de tweespalt die er ontstaan is zelfs tot verregaande onenigheid binnen families lijdt. Dat mensen niet meer voor elkaar openstaan en elkaar zelfs de tent uitvechten. Dat familie, vrienden of kennissen het contact met elkaar verbreken omdat het redelijke gesprek waarin je elkaar ergens halverwege nog weet te vinden niet meer mogelijk is. Dat vind ik misschien nog wel het meest bizarre van deze hele crisis.
Eén ding moet ik de vaccinweigeraars nageven. Teveel mensen die gevaccineerd zijn leven nu alsof niets hen of de ander meer kan raken. Ja, je bent als gevaccineerde véél minder vatbaar voor het virus. Doordat de kans besmet te raken een factor twintig kleiner is kan je de ander ook veel minder snel besmetten. Maar dat betekent niet dat je als gevaccineerde de basisregels maar aan je laars moet lappen. Dat je niet besmet kunt raken. Dat je een ander niet alsnog kunt besmetten.
Meer dan ooit zouden juist ook gevaccineerden bij corona gerelateerde klachten een test moeten doen. Niet alleen bij het opkomen van de klachten, maar ook op de vijfde of zesde dag als je klachten erger worden. Corona heeft immers een incubatietijd van 2 tot 14 dagen waarbij je pas op de 5e of 6e dag klachten krijgt en voldoende virusload hebt om positief getest te worden. Een negatieve test op dag 1 wil dus niet zeggen dat je geen corona hebt. Kan best betekenen dat je vier of vijf dagen later alsnog positief test.
Ondertussen neemt het aantal besmettingen weer fors toe. We zitten nu dagelijks op meer dan 12000 positieve tests. Net zoveel als op een gegeven moment op het hoogtepunt van de crisis in december 2020. Terwijl – in tegenstelling tot toen – maar liefst 84% volledig gevaccineerd is. Dachten we met een behoorlijk hoge vaccinatiegraad alles weer behoorlijk onder controle te hebben, niets lijkt minder waar te zijn.
Wat dat betreft ben ik benieuwd wat een terugblik eind 2022 voor nieuwe inzichten brengt.