Naar het schijnt hebben maar liefst 1 miljoen Nederlanders de ambitie een boek te schrijven. Menigeen schrijft regelmatig. Anderen laten het vooral bij dromen. Tot die laatste categorie behoor ik.
Dat wil overigens niet zeggen dat ik nooit schrijf. Ik hou een dagboek bij, schrijf voor dit blog en heb toch best een aardige portfolio aan gepubliceerde artikelen opgebouwd. Sterker nog, mijn zelfvertrouwen is behoorlijk toegenomen sinds ik de opleiding Journalistiek volgde en ook daadwerkelijk artikelen aan de man wist te brengen. Toch is het schrijven van een goed verhaal, laat staan een boek heel iets anders.
Ideale plek
Toen enige tijd geleden schrijfster Iris Boter op twitter aangaf een workshop ‘Hoe schrijf ik een boek?’ te organiseren, wilde ik daar direct aan meedoen. Zonder aarzelen meldde ik me aan. Dat deze bijeenkomst in een boekhandel op 3 minuten loopafstand van mijn huis plaats zou vinden was daarbij best drempelverlagend.
Afgelopen woensdag was het zover. Zo’n tien mensen gingen in een kring zitten midden in de die avond gesloten winkel. De ideale plek voor een workshop als deze. Waar krijg je immers meer inspiratie dan op een plek waar je letterlijk door de meest uiteenlopende boeken omringd wordt. Iris vertelde, gaf tips en liet ons ook regelmatig korte schrijfopdrachtjes uitvoeren. Verzin een plot van drie regels. Bedenk een personage. Beschrijf een scene. Stuk voor stuk leuke opdrachten die de mogelijkheid bieden het pas geleerde in de praktijk te brengen. Extra leuk is het om te horen wat de creativiteit bij anderen voor pennenvruchten oplevert. Wat soms best verrassende gedachtenkronkels oplevert.
Al met al twee uurtjes die heel motiverend en inspirerend waren. Als ik Iris was zou ik hier zeker mee doorgaan.